Al een tijdje volg ik Nel de Jager, winkelstraatmanager van de Amsterdamse Haarlemmerdijk op Twitter. Zij heeft door jarenlang praten, duwen, trekken, wheelen, dealen (en slenteren!) deze straat omgevormd van een verpauperde junkenmagneet tot een van de populairste winkelstraten van het land. Nel is voor mij dan ook een voorbeeld van een effectieve slenteraar. Ergens in april twitterde Nel dat mensen niet moeten denken dat haar vak bestaat uit 'maar een beetje kleppen met ondernemers.' Loop maar eens een dagje mee, zei ze er uitnodigend bij. Een uitnodiging om te slenteren, mooi! Niet veel later liep ik een middag met haar mee. Conclusie: Nel praat echt veel met ondernemers en regelt vervolgens alles wat nodig is om de straat te laten floreren. In goede samenwerking met een ieder die daaraan een bijdrage kan leveren, zegt ze er zelf bij.
Rommelig
Zo spreekt ze in koffietent Two for joy ('mijn kantoor') de nieuwe franchisenemer voor de Chocolate Factory. Volgens Nel had de vorige eigenaar zich er op verkeken. 'Hij is er zelf te weinig, doet niks, en heeft ongemotiveerd personeel.' Nel adviseert de nieuwe eigenaar over de huurprijs, die een stuk lager kan dan hem is voorgehouden.
Na deze afspraak zoeken we stadsfotograaf Thomas Schlijper op. 'Hij moet ergens in de straat zijn.' Schlijper heeft levensgrote foto's die geschikt zijn als muurversiering. Nel wil ze graag op een bouwschutting hangen. Op de schutting waren al de eerste posters verschenen van danceparty's, en dat maakt hem rommelig. Van de eigenaar van de winkel mag het, mits we de foto's zelf bevestigen. De winkelstraatmanager is pas tevreden als met zwarte verf (die ze direct gaat kopen bij de verfwinkel aan de overkant) ook de laatste poster is weggewerkt.
Als eerste
Nel kan over elke winkel in de straat wel iets vertellen. Om de tien meter wordt ze aangesproken door een ondernemer of een voorbijganger. Ze weet het meestal als eerste als een winkel niet zo lekker loopt en heeft dan al een lijstje met gegadigden. Daarmee voorkomt ze langdurige leegstand. Ze omschrijft haar rollen als zelfstandig ondernemer, adviseur over regelingen rondom ondernemerschap (subsidies, vergunningen), advocaat, huurrechtdeskundige, vastgoedontwikkelaar en projectontwikkelaar ineen.
Vrijwilliger
De Jager begon ooit als vrijwilliger; ze was eind jaren 80 'typmiep' voor de ondernemersvereniging, toen de straat op sterven na dood was. Begin jaren negentig nog concludeerde Economische Zaken van de gemeente dat de Haarlemmerdijk en –straat niet rendabel waren voor ondernemers. Als stadssocioloog en buurtbewoner dacht Nel daar anders over. Ze kreeg zelfs de sleutels van een heel aantal panden, zodat ze de vrijheid had er elke willekeurige winkel in te zetten, als het pand maar niet meer leeg stond. Hoe anders is het nu. Als De Jager een procent van de gestegen vastgoedprijs van elke pandjesbaas in de straat krijgt, kan ze heel rustig gaan leven.
Boos
Tijdens onze slentertocht passeren we een winkelier die op last van een ambtenaar moet stoppen met het schilderen van haar entree. Daar zou een vergunning voor nodig zijn. Volgens Nel is dat niet het geval. Ze adviseert het werk te hervatten 'en laat ze mij maar bellen als er weer problemen zijn'. Ambtenaren moeten ophouden ondernemers te pesten, stelt ze fel.
Boos wordt ze als het gaat over de plannen voor het Haarlemmerplein, helemaal aan het eind van de Haarlemmerdijk. Geen goed woord heeft ze over voor het gebouw dat er recent is opgetrokken, en nog minder voor het plan er een Albert Heijn in te vestigen. 'De geplande omvang is in strijd met het bestemmingsplan. En bovendien hebben we er al eentje in de straat.' Ze vermoedt een spelletje tussen de projectontwikkelaar en de nieuwe eigenaar van de panden. Wat haar betreft komt er een HEMA. 'Die trekt mensen tenminste de hele straat door.'
Na deze afspraak zoeken we stadsfotograaf Thomas Schlijper op. 'Hij moet ergens in de straat zijn.' Schlijper heeft levensgrote foto's die geschikt zijn als muurversiering. Nel wil ze graag op een bouwschutting hangen. Op de schutting waren al de eerste posters verschenen van danceparty's, en dat maakt hem rommelig. Van de eigenaar van de winkel mag het, mits we de foto's zelf bevestigen. De winkelstraatmanager is pas tevreden als met zwarte verf (die ze direct gaat kopen bij de verfwinkel aan de overkant) ook de laatste poster is weggewerkt.
Als eerste
Nel kan over elke winkel in de straat wel iets vertellen. Om de tien meter wordt ze aangesproken door een ondernemer of een voorbijganger. Ze weet het meestal als eerste als een winkel niet zo lekker loopt en heeft dan al een lijstje met gegadigden. Daarmee voorkomt ze langdurige leegstand. Ze omschrijft haar rollen als zelfstandig ondernemer, adviseur over regelingen rondom ondernemerschap (subsidies, vergunningen), advocaat, huurrechtdeskundige, vastgoedontwikkelaar en projectontwikkelaar ineen.
Vrijwilliger
De Jager begon ooit als vrijwilliger; ze was eind jaren 80 'typmiep' voor de ondernemersvereniging, toen de straat op sterven na dood was. Begin jaren negentig nog concludeerde Economische Zaken van de gemeente dat de Haarlemmerdijk en –straat niet rendabel waren voor ondernemers. Als stadssocioloog en buurtbewoner dacht Nel daar anders over. Ze kreeg zelfs de sleutels van een heel aantal panden, zodat ze de vrijheid had er elke willekeurige winkel in te zetten, als het pand maar niet meer leeg stond. Hoe anders is het nu. Als De Jager een procent van de gestegen vastgoedprijs van elke pandjesbaas in de straat krijgt, kan ze heel rustig gaan leven.
Boos
Tijdens onze slentertocht passeren we een winkelier die op last van een ambtenaar moet stoppen met het schilderen van haar entree. Daar zou een vergunning voor nodig zijn. Volgens Nel is dat niet het geval. Ze adviseert het werk te hervatten 'en laat ze mij maar bellen als er weer problemen zijn'. Ambtenaren moeten ophouden ondernemers te pesten, stelt ze fel.
Boos wordt ze als het gaat over de plannen voor het Haarlemmerplein, helemaal aan het eind van de Haarlemmerdijk. Geen goed woord heeft ze over voor het gebouw dat er recent is opgetrokken, en nog minder voor het plan er een Albert Heijn in te vestigen. 'De geplande omvang is in strijd met het bestemmingsplan. En bovendien hebben we er al eentje in de straat.' Ze vermoedt een spelletje tussen de projectontwikkelaar en de nieuwe eigenaar van de panden. Wat haar betreft komt er een HEMA. 'Die trekt mensen tenminste de hele straat door.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten